Herman Finkers

In augustus 1975 gaan een stel Twentenaren naar Groningen om te studeren. Eén van hen, Wilfried Finkers, besluit een zangvereniging op te richten. Een secretaris, ex-secretaris, een penningmeester en een bijzonder bestuurslid worden aangewezen en de zangvereniging “op zwart zangzaad” is een feit. De activiteiten beperken zich voornamelijk tot het uitgebreid de bloementjes buiten zetten en de schare fans groeide al snel. Het zingen gebeurde dan aan de tap. De zgn “op zwart zangzaad- cultuur”

Ontstond de voorzitter in het maandblad van de vereniging gedichten begon te schrijven. Ook het bijzonder bestuurslid Herman Finkers (broer van de voorzitter) begon gedichten te schrijven en op den duur kon er geen andere verjaardag of andere festiviteit of er werd wel een gedicht voorgedragen. Al deze gedichten hebben dezelfde stijl en sfeer; de stijl en sfeer van “Op Zwart Zangzaad”. De talenten ontpopten zich bij de bestuursleden en al gauw was er een uitgebreid repertoire gedichten, liedjes en verhaaltjes.
Herman Finkers had toch verder niks te doen en besluit op te treden met het uitgebreide “Op Zwart Zangzaad” – Arsenaal. Het nu ontstane programma zit vol poëzie en humor en de onderwerpen variëren van ondeugende bijenbipsjes de maagd Maria en de Chinese muur tot aan het verhaal van Sint Joris en zijn verkering, een gedicht van drie en een halve meter en zonder meer het pronkstuk van “Op Zwart Zangzaad”. Aan de presentatie van Herman Finkers mankeert van alles. Hij zingt onvast, plaats zijn grappen verkeerd, praat zeer beroerd ABN, etc etc, maar dit zijn allemaal pluspunten.